Voor de aanleg van de zoutwinlocaties zijn damwanden nodig. Ze zorgen voor stabiliteit en beperken de impact op de omgeving. In dit bericht leggen we uit waarom en hoe we damwanden plaatsen.
Damwanden zijn lange stalen platen die verticaal in de grond worden geplaatst om de grond stabiel te houden tijdens graafwerkzaamheden.
Een deel van de bovengrondse infrastructuur (wellpads) leggen we in de ondiepe ondergrond aan. Hiervoor graven we diepe kelders uit. Damwanden voorkomen instorting en beperken de invloed op het grondwaterpeil. Zonder damwanden zouden we schuine hellingen moeten maken, wat meer grondverplaatsing, een groter werkgebied en langere duur van de werkzaamheden betekent. Ook zou er meer bronbemaling nodig zijn, met gevolgen voor het grondwaterpeil.
De damwanden worden rond de kelder op elke zoutwinlocatie geplaatst. Dit gebeurt met een kraan en een trilblok, waarmee de platen één voor één de grond in worden getrild.
De damwanden blijven enkele maanden staan tot de kelder klaar is. Daarna worden deze verwijderd en vullen we de grond weer aan. Vervolgens werken we de wellpad verder af, waarna we kunnen starten met de diepboorwerkzaamheden.
Bij het plaatsen van damwanden komt geluid vrij. We nemen maatregelen om overlast te verminderen:
Deze maatregelen leveren een bijdrage aan een veilige en efficiënte bouw, met zo min mogelijk overlast voor de omgeving.