Voor het continueren van de zoutproductie werkt Nobian aan de ontwikkeling van een nieuw zoutwinningsgebied bij Haaksbergen. Dit traject is in 2007 gestart met het verkennen van potentiële gebieden rondom Hengelo-Enschede. Na uitgebreide studies is hierbij de omgeving Haaksbergen als meest geschikte gebied naar voren gekomen. Afgelopen jaren heeft Nobian op diverse momenten en manieren de omgeving geïnformeerd over de voortgang van het project.
Om het effect van dit project op het (leef)milieu duidelijk in beeld te krijgen, heeft Nobian een milieueffectrapportage (m.e.r.) laten opstellen. In de m.e.r. wordt een overzicht gegeven van mogelijke milieueffecten van het project en de geplande maatregelen om eventuele nadelige effecten te voorkomen, of te beperken. De m.e.r. is opgesteld aan de hand van het eerder ontvangen advies van de Commissie voor de Milieueffectrapportage en de Notitie Reikwijdte, die door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is opgesteld.
De m.e.r. is onderdeel van de vergunningsprocedure en zal tegelijk met het vergunningsbesluit worden gepubliceerd. Dit is onderdeel van de terinzagelegging en ook het moment vanaf wanneer zienswijzes kunnen worden ingediend bij de vergunningverlener, het ministerie van EZK. Verdere berichtgeving over dit onderdeel van de procedure zal later plaatsvinden vanuit het ministerie van EZK. Nobian zal dit te zijner tijd ook kenbaar maken.
Nobian hecht waarde aan transparante communicatie naar de omgeving. Onafhankelijk van de formele procedure heeft Nobian daarom besloten de m.e.r. al eerder dan de officiële terinzagelegging te publiceren, evenals de onderliggende rapportages van uitgevoerde studies.
Nobian zal op 6 september tijdens een bewonersbijeenkomst een toelichting geven op de stand van zaken rondom het project en de ontwikkelingen na het bezoek van Staatssecretaris Vijlbrief. Daarbij zal tevens de gelegenheid zijn om vragen te stellen over de m.e.r. Eventuele vragen kunnen ook schriftelijk worden ingediend via contact.hengelo@nobian.com. Nobian wil onderstrepen dat vragen, antwoorden en opmerkingen geen onderdeel uitmaken van de vergunningsprocedure. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het ministerie van EZK. Er zal gelegenheid zijn om aan de vergunningverlener vragen te stellen nadat het ministerie het ontwerpbesluit over de vergunning heeft gepubliceerd en de terinzageleggingsperiode formeel is gestart.